In Bikepark Mook zijn we bijna vaste klant. Ookal zijn het “slechts” twee jumplines, deze lijnen geven wel de mogelijkheid om je skills flink te pushen. Harder door de kombochten, strakker op je techniek letten bij het poppen van jumps. Je kunt je flink uitleven. Onderin het bikepark ligt de Shimano Dropzone, met 3 drops. En drops zijn volop aanwezig in endurowedstrijd-stages. Niet vaak als houten constructie, maar zéker als natuurlijke drop van stenen en wortels.

Nu vinden we (althans het merendeel van ons drieën 😉 ) blinde drops van een meter geen probleem. Maar zit er nog verschil in hoe je deze neemt? Hoeveel moeite en aanpassing vergt het om een drop “laag te houden”? En zien we eigenlijk verschil in techniek tussen ons drieën?