Race report: Trans Varaita

Tekst: Bram van Boekholt
Fotografie: Carlo de Santis

Er was eens een kleine onbekende vallei in de Italiaanse Alpen. Waar de inwoners moedig oude tradities in stand houden, de natuur beschermen en weerstand bieden tegen moderne technologie.

In deze vallei woont de familie Margaria, waarvan de broers Andrea en Nicolò Margaria het heft in handen hebben genomen om een fantastische vierdaagse mountainbike Trans-race te organiseren: de Trans Varaita.

We kennen Trans-races zoals de Trans Nomad, Trans Madeira en Trans Provence. Een concept van 4 tot 7 dagen endurowedstrijd waarbij je in een groot gebied rijdt en niet of nauwelijks dezelfde trails. Meestal met georganiseerde accommodatie (tentjes) en eten en verzorging. Daar hangt dan wel een prijskaartje aan, want de de inschrijfkosten zitten zo rond de €1.500 tot €2.000.

Niet voor de Trans Varaita. De inschrijving (2022) kost €250 exclusief accommodatie, maar wel inclusief alle verzorging tijdens de race, lunch (wat gerust een diner is in Italië), een aantal liften, backroll herstelsessies, enzovoorts.

It’s not a race

Meerdere deelnemers die voorgaande editie(s) ook van de partij waren zijn er dit jaar weer. Dat is altijd een goed teken, want dan smaak het dus naar meer! Er staan 12 nationaliteiten aan de start, bestaande uit 71 mannen en 4 vrouwen. Lekker kleinschalig dus. En daar lijkt de organisatie wel bewust voor te kiezen. Want met zo’n kleine club leer je alle deelnemers wel kennen. We zijn hier trouwens met onze Nederlandse clubje van 7. En Belgen zijn er 10. Dus de Lage Landen zijn goed vertegenwoordigd.

De startlocaties van de vier dagen liggen verspreid over de Valle Varaita. En dag 1 start in Brossasco. Na ophalen van het startnummer (en goodiebag) beginnen we met de proloog. Een niet al te moeilijke stage, maar op deze benauwde dag staan we al te gutsen van het zweet als we na ongeveer 300 hoogtemeters klimmen aan de start staan.

Derk, één van onze delegatie Nederlanders, heeft startnummer 3 ontvangen. Maar helaas, Derk, na de proloog wordt de ranking opnieuw opgemaakt en worden nieuwe startnummers uitgedeeld. Derk gaat van nummer 3 naar nummer 62. Ikzelf van nummer 21 naar nummer 58. En Kees-Jan was net een paar seconden sneller dan ik en krijgt nummer 56.

Wij gaan niet voor het eindklassement. Daar mogen onder andere Olivier Bruwiere, James Shirley, Liam Moynihan, Matthias Stoing en onze eigen Daniël Prijkel om strijden. Het gaat ons om de onderlinge battle!

Dag 1: dai dai dai

Ik spreek James Shirley (de winnaar van vorig jaar) als we na stage 1 weer omhoog fietsen. Hij is mega-enthousiast over de night stage. Dezelfde track van de proloog gaan we namelijk vanavond rijden als getimede stage die meetelt in het klassement. Maar dan – je snapt het al – in het donker. Iedereen heeft zich erop voorbereid met minimaal twee lampen. En dan is het nog maar de vraag of je iets van de trail ziet, want vorig jaar was het zó droog dat je alleen één oplichtende stofwolk van je voorganger zag.
Het hele dorp loopt uit, want voor hen is het óók spektakel. Ze staan – in downhill-traditie – met ronkende kettingzagen in het bos. Dat krijgt in het donker dus ook wel een beetje een Halloween sfeertje.

Om bij stage 2 (overdag) te komen moet de fiets het laatste stukje op de nek. Niet erg, want dit draagt allemaal bij aan de beleving. Papa Margaria staat met de tablet in de hand om af te tellen. En dan: DAI DAI DAI! Wat zoveel betekent als “kom op, kom op, kom op”.

Supermooi om iedere deelnemer in volle sprint te zien vertrekken totdat ze uit het zicht zijn. Wat daarna komt? Een behoorlijk lange stage. En in de eerste 2 minuten zitten nog wat serieuze uphills om te overwinnen. De bosgrond is lekker grippy en er zitten wat dikke features in, waar ik inloop op mijn voorganger. Die probeer ik in beeld te houden en zo tik ik hartslag 190 aan. Nu genieten en herstellen voor vanavond.

Alle rijders gaan naar hun auto’s en campers om zich klaar te maken voor de night stage. Ik zie de meest mooie creaties van duct-tape op helmen. Ik heb een Ravemen PR2400 op mijn stuur met 2400 Lumen, dus dat moet voelen alsof ik overdag rijd.

Het is nu wachten totdat het donker wordt en na een goede maaltijd gezellig met alle deelnemers, zitten we te overwegen of we al een biertje zullen openen.

Er werd al een paar keer gewaarschuwd dat er slecht weer op komst is. Maar precies nadat we met z’n allen gejuicht hebben dat de night stage tóch doorgaat komt het met bakken uit de lucht en slaat de bliksem en donder ons om de oren. Streep door de night stage. Biertjes open. En terwijl iedereen de lampjes weer van stuur en helm afhaalt, komen ook de verzopen vrijwilligers van de heuvel terug. Ook zij vinden het jammer.

Dag 2: Colle dell’Agnello

Deze dag start in Pontechianale, aan het stuwmeer dat ook tevens aan de voet ligt van de bekende wielerklim: Colle dell’Agnello. Die gaan we op met onze dikke endurobikes. Een goede 1.400 hoogtemeters naar de top op 2.744 meter.

Bij de briefing vertelt Andrea of Nicolò (het lijken wel tweelingen) dat nog niemand boven is geweest vandaag. Maar dat het goed zou kunnen dat er sneeuw ligt. We zien ook een dik pak op de Monviso (3.841 meter) waar we op uitkijken, die trouwens ook het beeldlogo vormt van de Trans Varaita.

Ik geniet eigenlijk best wel van de klim. Fantastische omgeving. En onderweg stop ik nog een keer om naar steenbokken te kijken. De laatste kilometers klimmen zijn het steilste, met ook kilometers met een gemiddeld stijgingspercentage van 12%. Toch trap ik er even doorheen om aan te sluiten bij een deel van ons groepje. In een wiel afzien is minder erg dan alleen. En inmiddels vliegt er ook een wolk aan vliegen om me heen, die op mijn zweetdamp afkomen.

Bovenop staan we op de grens met Frankrijk. Jasje aan want de koude wind blaast vanuit Frankrijk om onze oren. De bevoorrading is dik in orde en na wat watermeloenen en Namedsport energybars gaan we verder door. Naar boven. Want het asfalt is bijna nooit de echte top. Over leistenen klimmen we nog 100 hoogtemeters hoger tot de start van de stage. En dat is er vandaag maar één. Alleen deze gruwelijk lange. Ik doe er 21 minuten over. De stagewinner 14 minuten. Vorig jaar zat deze stage er blijkbaar ook in en was deze in twee delen geknipt. Dit jaar niet, maar staan er marshalls die iedereen sommeren een deel te lopen. Een middengedeelte is té exposed en steil om te fietsen. Nu ik daar toch moet afstappen strik ik direct even mijn veter – dat was ik met de start vergeten. Op mijn GoPro zie ik dat ik daar bijna 30 seconden over doe. Ook dat kan sneller haha!

De stage heeft veel weg van een geitenpad, waarbij de trail niet overal even duidelijk is. De linten hangen wel goed, maar ik mis toch vaak de lijn of zit net op het verkeerde spoor. Een superlange Alpine trail, maar toch is deze in the end of the day niet echt de favoriete trail van de meeste deelnemers. Al helemaal niet van Kees-Jan die meerdere keren een OTB heeft gedaan.

Na de finish lunchen (met dikke pastamaaltijden) aan het stuwmeer. We twijfelen om zelf nog even te gaan biken en informeren bij een krakkemikkige stoeltjeslift die vanuit het dorp draait. We hebben geen trailkennis hier en op TrailForks vinden we alleen wat trails die ons een andere kant van de berg af sturen. Dat is ook niet de bedoeling. En dus doen we het enige juiste: een verfrissende duik in het stuwmeer. Terwijl we aan het opdrogen zijn neemt Olivier Bruwiere de (gele) leiderstrui in ontvangst, waar de dagwinnaar verplicht in rijdt. Dat geeft wel een mooie extra dimensie aan de wedstrijdbeleving. En tijdens de uitreiking worden onze bleke lichamen ook op de foto gezet.

Uiteindelijk is er vandaag nog zat tijd om de toerist uit te hangen. Ik besluit om mijn achterband te wisselen. De ultrasoft Schwalbe compound is helemaal op. En ik ga lekker worstelen met de zware DH casing, aangezien mijn handen vandaag nog niet genoeg te verduren hebben gekregen.

We slapen alle dagen in Melle. Een rustig dorpje (340 inwoners) in de vallei, waar toch ook een hoop leven is. Een oude school is recent omgebouwd tot hostel. Met een prima slaapzaal. Sorry medekamerbewoners voor onze zweetkleren! Dezelfde eigenaren hebben ook de brouwerij Antagonisti, waar je goed kunt eten. En in samenwerking met de Trans Varaita hebben ze een biertje gebrouwen. Een Golden Ale. Lekker! Maar natuurlijk moet de rest ook geproefd worden, zoals de Amber Ale, Saison en meer. Totdat we beseffen dat de start morgen om 08.00 uur is.

Dag 3: best trail ever

In de gezamenlijke Whatsapp groep, zien we om 07.00 uur al berichten van “7 o’clock pasta carbonara” voorbij komen. Eet smakelijk! De Hollanders hier zitten aan het brood en Brinta.

We verzamelen in Sampeyre voor 3 dikke stages. En vandaag is de enige dag dat we van een lift gebruikmaken. De eerste klim van de dag nog niet, en die is “slechts” 700 hoogtemeters klimmen. De start is tussen een cluster oude typische berghuisjes. En iedere deelnemer (het zijn er immers maar 75) wordt opgejaagd door een FPV racedrone. Hele vette beelden!

Na dat gedeelte voelt het alsof er iets mis is met mijn bike. Hij danst alle kanten op. Nouja, dan maar zoveel mogelijk de remmen loslaten en mijn gewicht de bochten in gooien. Vette stage over een oud pad. En ja, dat was de catch. Het ligt bezaaid met kleine gladde ronde steentjes.

Hierna rollen we naar de lift. Zorg maar dat je een leuk iemand naast je in het stoeltje hebt, want deze lift doet er ruim 30 minuten over om boven te komen. Na een lange transfer staat er weer een monsterstage te wachten. Ik doe er meer dan 20 minuten over. Maar wat is het genieten. Derk start voor mij, maar ik haal ‘m bij. Als een gekke Italiaan ons nóg sneller van achteren nadert, laat ik ‘m erlangs door even van de trail af te sturen. Passeren is op deze trail anders onmogelijk. Derk doet iets later hetzelfde. Ik hou ‘m in zicht, maar crash in de een-na-laatste bocht.

Na de lange, langzame (maar o zo welkome) lift omhoog rijden we naar de start van de laatste stage van vandaag. Goggle op en gáán! Een racedrone vliegt weer achter me aan voor de eerste paar honderd meter. Straightlinen over een breder bospad duiken we de steeds smaller wordende trail in. Snel, technisch en met een brede glimlach. Dit is de vetste trail die ik ooit heb gereden, denk ik! Diezelfde euforische staat is er bij iedereen als we finishen. Fantastisch. Inmiddels heb ik op zoveel vette plekken in Europa gereden en een trail-top-10 maken welke het vetste was is moeilijk. Maar door de racevibe, de extra snelheid en de extra beetjes risico die je neemt is deze echt met stip binnengekomen in de top-10.

Een heerlijke dag. Afgesloten met heerlijke borden pasta. Het verschil met Derk van vandaag: 13 seconden. Op een totaaltijd van 52 minuten.

‘s Avonds is er een traditioneel feest gepland (balli occitani). Mijn Italiaanse collega in Nederland weet te vertellen dat het veel accordeon-, klarinet-, viool- en harmonicamuziek is. Dat wordt vast leuk. Maar wij blijven pintjes drinken in ons rustige dorp en pakken nog een pizza.

Dag 4: op de top

Vandaag gaan we naar 2.942 meter hoogte. In de briefing wordt direct duidelijk gemaakt dat de klim van 1.200 hoogtemeters niet gemakkelijk gaat zijn. Waarschijnlijk kun je alleen de eerste honderd meter fietsen en daarna is het hike-a-bike. En zo is het. Het is een “voordeel” dat we dezelfde route klimmen als dalen, en dus ook een beetje weten wat ons te wachten staat. Je kunt zelfs wat lijnkeuzes bepalen, mits je het kunt onthouden over de 7 kilometer lange downhill.

De eerste rijders op de top kunnen pas starten als iedereen naar boven is geklommen. En dat klimmen mag je letterlijk nemen. Het is een flinke hike-a-bike en het laatste stukje is echt op het hoogste hoopje stenen op de top van deze berg, Monte Bellino. Supermooi om vanaf hier te starten! Echt onvergetelijk.

We starten niet meer in een vaste volgorde, maar gewoon wanneer je er klaar voor bent. Derk start achter mij. En heeft me al snel te pakken. Shit. We tuimelen allebei op verschillende plekken nog een keer van onze fiets af. Van het onthouden van lijnkeuzes is geen sprake meer. Op een tricky sectie met hele diepe afgrond loop ik een stukje. Ik heb 4 dagen alles heel gehouden, laat ik dat ook maar doen in de laatste minuten van de race.

Met bijna 50 km/u stuiven we over het laatste rechte stuk richting finish, onder aanmoediging van veel wandelaars. Derk klokt 40 seconden sneller af dan ik, met ruim 23 minuten op deze stage. De winnaar, die iedere dag in de leiderstrui heeft gereden, Olivier Bruwiere deed het in ruim 15 minuten. In tegenstelling tot dag 2 vinden we het vandaag helemáál niet erg dat het “maar” één stage is.

Wanneer iedereen is gefinisht en er flink ge-man-hugged is, vindt de prijsuitreiking plaats bij de berghut waar we vanochtend startten. De top 3 ontvangt een traditionele cowbell. En er worden nog prijzen uitgedeeld en verloot van sponsoren zoals Evoc, Dainese, Conway, Muc-Off, Five-Ten en Urge.
Onze Daniël is vijfde overall geworden en staat ook op het podium. Nadat die ceremonie is afgesloten en de familie Margaria ook de ontlading heeft gevierd van alle organisatiestress en euforie, kruipen wij op het podium voor onze eigen top-3: 1: Derk, 2: ik, 3: Kees-Jan.

Ciao a tutti!

We hebben vrienden gemaakt met de organisatie, fotografen en andere deelnemers. Ontzettend mooi om zo’n kleinschalig evenement mee te maken dat zó professioneel is georganiseerd. Iedere dag een toffe aftermovie, een Instagram feed met de beste foto’s van de dag, lekker eten en in een hele mooie omgeving.

Wij komen terug. Al is het maar omdat die battle nog een keer opnieuw moet worden uitgevochten.

De Trans Varaita 2023 vindt plaats van 24 t/m 27 augustus en is binnen no-time uitverkocht.

In december opent de inschrijving weer voor de hierop volgende editie.